Speerpunten

Portefeuillehouders: Wim Runderkamp, Wim Rijkenberg

De invoering van de Omgevingswet maakt geen deel uit van het coalitieakkoord maar sluit daar wel op aan als het gaat om de doelstelling van een verbeterde dienstverlening en het meer betrekken van de burgers bij de inrichting van de ruimtelijke omgeving.

Voor de invoering van de Omgevingswet is door de raad een ambitie van vernieuwing vastgesteld. Er wordt de komende jaren volop gewerkt aan het verwezenlijken van die ambitie en om die reden is voor de jaren 2019, 2020 en 2021 een bedrag van in totaal 1 miljoen opgenomen in de begroting. De taakstelling daarbij is enerzijds de realisatie van een digitaal toegankelijk systeem van vergunningverlening en regels voor de burgers; het zogenaamde Digitaal Stelsel Omgevingswet. Daarnaast is een belangrijke doelstelling om de ruimtelijke ontwikkelingen meer integraal te maken, zowel in de breedte van het beleid als met het betrekken van belanghebbenden en partners. Dat vraagt om meer participatie in het ruimtelijk proces.

• Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet moet het digitale loket beschikbaar zijn voor onze burgers
• Er is ervaring opgedaan met een integrale benadering van ruimtelijke plannen
• Er ligt een Omgevingsvisie voor de Gemeente Edam-Volendam

Op de genoemde onderdelen is volop gewerkt door een projectorganisatie. Ongeacht of de Omgevingswet feitelijk ook per 1-7-2022 in werking treedt moet nog veel werk verzet worden en ook bestuurlijke keuzes worden gemaakt.

• Omgevingsvisie wordt ter vaststelling aangeboden
• Implementeren Digitaal Stelsel Omgevingswet
• Uitwerking omgevingsvisie in Omgevingsplan en programma’s (meerjarig) inclusief MER’s

De kosten hiervoor zijn opgenomen in deze begroting (Omgevingsprogramma). Het project “Invoering Omgevingswet” eindigt per 1-7-2022 en daarmee komt een einde aan de projectfinanciering. De uitvoeringsverplichtingen op de Omgevingswet vallen onder de reguliere uitvoering en beleidscyclus. De wettelijke verplichtingen en verbrede reikwijdte van de wet brengt met zich mee dat de budgetten voor uitvoering moeten worden opgehoogd.

Het gaat daarbij om de volgende bedragen: